Your browser is outdated. Upgrade your browser for better user experience and security

De bezielers van AZF

De droom van Dries Herpoelaert (algemeen directeur Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen) en Jef Dupain (directeur Antwerp Zoo Foundation)? Een harmonieus geheel creëren waarin een groene, klimaatbestendige economie, menselijk welzijn én biodiversiteit hand in hand gaan, en elkaar ondersteunen. Die droom willen ze werkelijkheid maken met de Antwerp Zoo Foundation. Maak kennis met haar bezielers.

Hoe ontstond het idee voor Antwerp Zoo Foundation? 

Dries Herpoelaert: “Als dierentuin en als KMDA (de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen) zien we het echt als onze plicht om de impact van de mens op de natuur te tonen én te helpen herstellen. Het is dan ook onze missie om duurzaam te werken en biodiversiteit hoog in het vaandel te dragen. Toch vonden we dat we méér konden doen. Samen zochten we naar een authentieke, wetenschappelijk onderbouwde manier om conservatie over een andere, unieke boeg te gooien. Daaruit groeide Antwerp Zoo Foundation voort.”

Jef, hoe raakte jij bij het project betrokken? 

Jef Dupain: “Ik werkte in het verleden al samen met zoölogisch directeur Linda Van Elsacker. In 2018 nodigde ze me uit voor een gesprek rond conservatie met Dries Herpoelaert. Hoe zou een eigentijdse stichting met een duidelijke visie en een allround-aanpak er kunnen uitzien? We zaten meteen op dezelfde golflengte. Ik werkte een strategie uit om dat idee leven in te blazen en we kregen groen licht.”

Wat is de visie van Antwerp Zoo Foundation? 

Jef Dupain: “In tegenstelling tot de klassieke kijk op conservatie isoleren wij de bedreigde dieren niet, maar verbinden we ze net met mens en natuur. Dat harmonieuze, duurzame evenwicht vormt de basis voor het toekomstbeeld waaraan wij met de stichting schrijven. Uniek en vooruitstrevend.”

Onze gezamenlijke visie op conservatie verbond ons. Die werd de basis voor Antwerp Zoo Foundation.

— Dries Herpoelaert

Het is niet de eerste keer dat de KMDA in een pioniersrol kruipt, toch?

Dries Herpoelaert: “Dat klopt, het zit in ons DNA. In 1919 konden bezoekers in ZOO Antwerpen bijvoorbeeld voor het eerst in België een okapi zien. En in ZOO Planckendael bestuderen onze experts bonobo’s al sinds 1992. Wetenschappelijk onderzoek staat bij ons vanaf dag één centraal. We verzamelen bijzonder veel informatie over de dierenwereld in ons bekroonde inhouse wetenschaps- en onderzoekscentrum. Al die projecten en onze internationale inzet voor stichtingen zoals het European Associations of Zoos and Aquaria (EAZA), illustreren dat we zoveel meer zijn dan een dierentuin die toegangstickets slijt.”

Waarom koos AZF voor de okapi, bonobo en roerdomp?

Jef Dupain: “Zowel de okapi als de bonobo liggen de KMDA nauw aan het hart. Niet alleen door onze lange geschiedenis samen, maar ook omdat we verantwoordelijk zijn voor het kweekprogramma en het stamboekbeheer van deze soorten. Willen andere dierentuinen bijvoorbeeld kweken met de okapi? Dan hebben ze daar onze toestemming en hulp bij nodig. Ook natuurgebied De Zegge valt al sinds 1952 onder de hoede van de KMDA. Een ongezien waardevol stukje Belgisch moerasgebied dat helaas te kampen heeft met verdroging. Daardoor is het veen bedreigd en kan het geen koolstof meer vasthouden, wat het klimaat niet verderhelpt. De verdroging is ook nefast voor de biodiversiteit en de zeldzame broedvogels zoals de roerdomp. Die kozen we dan ook als ambassadeur voor het gebied – al willen we natuurlijk álle speciale en uitzonderlijke fauna en flora uit De Zegge een beloftevolle toekomst bieden.”

Drie inspirerende en ambitieuze projecten. Wat zijn de grootste uitdagingen?

Dries Herpoelaert: “Wij zijn ervan overtuigd dat engagement op lange termijn de meeste vruchten afwerpt. Waarbij ‘lang’ in ons geval minimum vijftien jaar betekent. Dat is nieuw, want de meeste traditionele conservatieprojecten lopen vijf tot zeven jaar: nadien dooft het project uit en blijven er weinig resultaten over. Dat willen we niet. Wij willen onze beloftes waarmaken en een écht duurzaam verschil maken. Willen we daarin slagen? Dan is een continue stroom aan financiën een must.”